De Brusselse Regering denkt al een tijd na over de autofiscaliteit, die voortaan aanmoedigend en vergroenend moet zijn. De eerste pistes die ons ernaartoe zullen leiden, zijn nu bekend.
De regering is vooral bezorgd om de luchtkwaliteit en de volksgezondheid, omdat ze ervan overtuigd is dat het doel enkel bereikt kan worden door een drastische ontdieseling.
Bovendien moet deze fiscaliteit eenvoudig en duidelijk blijven voor de gebruiker. Ze zal een tussenstap vormen naar een toekomstige kilometerfiscaliteit, die toegepast wordt op het volledige Brusselse wagenpark. Bijgevolg kwamen er slechts drie criteria in aanmerking om haar te berekenen:
De belasting op inverkeerstelling zal op zich verdwijnen en zal opgenomen worden in de verkeersbelasting, wat een signaal is dat aanspoort om het park te vernieuwen.
In de toekomst zullen deze drie criteria dus overwogen moeten worden alvorens een nieuw stalen ros te kiezen.
Samengevat zullen de beste leerlingen dus een wagen kiezen die aangedreven wordt door om het even welke brandstof behalve diesel en met minstens een Euro 6-norm. De slechtste leerlingen kunnen zich echter verwachten aan een belasting die tot twaalf keer duurder is dan hun basisbelasting. Bij deze basisbelasting zullen ze een bedrag moeten optellen dat rechtstreeks samenhangt met de CO2-uitstoot.
Tot slot, als de belasting op inverkeerstelling officieel verdwijnt, neemt dat niet weg dat de eerste verkeersbelasting na inschrijving of de herinschrijving verhoogd zal worden. Dit al naargelang de gekozen brandstof en op basis van een coëfficiënt die de verkeersbelasting vermenigvuldigt. Met andere woorden: de verkeersbelasting maal ‘x’, waarbij de ‘x’ hoger ligt voor dieselvoertuigen.
TRAXIO volgt het dossier natuurlijk nauwgezet op.