De komst van de elektrische auto's en de razendsnelle evolutie van de ingebouwde elektronica verplichten de onafhankelijke herstellers zich snel aan te passen. Dat is een van de redenen waarom conceptgarages het licht zien. Die bieden de onafhankelijke garages de mogelijkheid bepaalde voordelen te benutten om zich op het niveau van de dealergarages te hijsen ... of dat niveau te overstijgen.
Meer nog dan de groothandelaars die hun onderdelenvoorraden en -bestellingen moeten aanpassen aan de technologische nieuwigheden zijn het de onafhankelijke garages voor wie deze ongeziene evolutie van de autotechnologie een uitdaging vormt. Voor hen is de keuze glashelder ... zich aanpassen of de deuren sluiten. De netwerken van onafhankelijke garages zoals 1,2,3 AutoService (Doyen), Autofirst (Van Heck), Bosch Car Service en Quality Garage (Sergoyne Car-Parts) lijken een goeie manier om hen daarbij te helpen. Deze netwerken bieden hun leden middels een jaarlijkse bijdrage niet alleen gepaste opleidingen over innovaties maar ook dagelijkse bijstand bij meer complexe taken. "Het is natuurlijk eenvoudiger deel uit te maken van een groep", verduidelijkt Didier Perwez, voorzitter van de Federatie Automateriaal (FAM), "de belangrijkste marktspelers ontwikkelen opleidingen om ervoor te zorgen dat hun leden voldoende gekwalificeerd blijven en het is als enkeling moeilijker daarvoor toegang te krijgen. Maar deel uitmaken van een groep betekent niet dat het overleven verzekerd is", tempert hij de verwachtingen. "Iedereen moet zichzelf in vraag stellen en mee evolueren." Die evolutie gaat gepaard met een aanwezigheid op het internet. "Niet alleen de wagen moet geconnecteerd zijn!" David Colantonio, Country Manager van Doyen Auto voor België vindt dat ook: "Wij hebben vorig jaar al een online bestekservice gelanceerd voor onze 1,2,3-ateliers. Het is nu mogelijk voor elke operatie een bestek op te maken en rechtstreeks een afspraak te maken met een garage naar keuze. We merken elke maand een duidelijke toename van het aantal bezoekers op de website en vooral ook van het aantal bezoekers in onze werkplaatsen."
Dergelijke concepten hebben de laatste tijd de wind in de zeilen omdat ze de onafhankelijke garages bij het grote publiek geloofwaardiger maken en hen een professioneler imago bezorgen. "De onafhankelijke aftermarket wil de automobilist bewust laten kiezen. Na enkele jaren kan hij ervoor kiezen in het officiële net te blijven en zijn auto laten onderhouden met originele stukken. Of hij kan kiezen voor gelijkwaardige stukken, geen minderwaardige kwaliteit", merkt Didier Perwez op. Deze boodschap werpt vruchten af gezien de duidelijke toename van de bezettingsgraad van de conceptgarages en van autocentra als Auto5 en Midas. "Het onafhankelijke netwerk is professioneler dan de dealers en officiële werkplaatsen, met name dankzij een hogere reactiviteit en een bijna onmiddellijke beschikbaarheid van de onderdelen die nodig zijn voor de herstelling, door middel van meerdere dagelijkse leveringen."De tijd dat een wagen onbruikbaar is omwille van interventies wordt daarmee aanzienlijk ingekort. Dat kan een voordeel zijn voor beheerders van grote wagenparken voor wie elke immobilisatie duur is. Sommige leasemaatschappijen hebben dat goed begrepen. Bv. Athlon dat al een eerste Athlon Service Center in Zaventem heeft geopend eind 2016, snel gevolgd door een in Aartselaar en een in Groot-Bijgaarden. Deze 'garages' waar alles het label Athlon draagt, zijn in werkelijkheid het resultaat van een partnership met Mobivia, via haar filiaal Auto5. Deze professionalisering valt ook toe te schrijven aan de constructeurs ... zij het misschien niet helemaal bewust, zegt David Colantonio: "Dat PSA zich interesseert in de onafhankelijke aftermarket via zijn filiaal Distrogo is een goeie zaak. Het toont aan dat de officiële netwerken niet langer de onafhankelijke garages bekritiseren en dat maakt ze nog wat geloofwaardiger."
Nog voor de onafhankelijke garages af te rekenen krijgen met de elektrische voertuigen en vervolgens autonome voertuigen, hebben ze al een kaart uit te spelen om het wagenpark milieuvriendelijker te maken. Dat is althans de mening van FAM die ijvert voor de ontwikkeling van het 'eco-onderhoud'. Voertuigen die in de onafhankelijke garages toekomen, zijn over het algemeen ouder dan 5 jaar. De motor heeft hij dus al een 'leven' achter de rug. "Na 80.000 kilometer raakt de motor vervuild, zij het aan de injectie, de toevoer, de roetfilter, de EGR-klep of de turbo. Dat gebeurt zelfs als men scrupuleus de aanbevelingen van het onderhoudsboekje volgt." En onvermijdelijk, hoe meer een motor besmeurd raakt, hoe meer hij verbruikt ... en hoe meer hij vervuilt. "We proberen dit onder de aandacht te brengen van de instanties", zegt Didier Perwez. Het eco-onderhoud is bedoeld om de toestand van de motor en de uitstoot te analyseren om te bepalen of een reiniging al dan niet noodzakelijk is. "We willen een netwerk uitbouwen dat de motors kan reinigen die daar behoefte aan hebben."Deze nieuwe dienst zou niet alleen een mooi gebaar zijn voor de planeet maar kan ook een stimulans zijn voor de bezoekersaantallen in de garages. "We hopen dat dit een verplichting wordt voor alle voertuigen en met name om te mogen rijden in lage-emissiezones”, verduidelijkt de Voorzitter van FAM. Het kan de start betekenen van een nieuwe markt die voeling houdt met de realiteit van het huidige wagenpark dat aanhoudend veroudert en nu gemiddeld 9 jaar benadert. Het is ook een manier om de milieu-impact van de honderdduizenden tweedehandswagens te beperken die jaarlijks in ons land worden ingeschreven (729.865 in 2017) ...