Toegang en gebruik van autodata

De auto lijkt meer en meer op de smartphone waarbij men zonder het te beseffen met één klik of pennentrek, al of niet bij de aankoop of bij een update van de software (van op afstand) automatisch akkoord gaat om de gegevensstroom van en naar de auto toe te vertrouwen aan het netwerk van de autofabrikant. Maar een auto vraagt ook in de toekomst onderhoud en herstelling en misschien ook nieuwe diensten en hiervoor zullen alle marktspelers, de autoprofessionals en aanbieders van nieuwe mobiliteitsconcepten en businessconcepten, in het kader van de vrije concurrentie toegang moeten hebben tot deze gegevens of autodata om hun activiteiten ook in de toekomst te kunnen uitoefenen en de consument of burger toe te laten de keuze te maken wie en binnen welke grenzen zijn gegevens of autodata mogen gebruikt worden met respect voor de bestaande privacywetgeving. Dit is voor alle onafhankelijke garages en aanbieders van nieuwe serviceconcepten de grootste uitdaging om ook in de toekomst klantenvoordeel te kunnen bieden of meerwaarde te halen uit de data van de “connected car”.

Dit is de rode draad van het congres van de Federatie Automateriaal (FAM), aangesloten bij de confederatie TRAXIO, naar aanleiding van AutoTechnica, de Benelux-beurs en vitrine op auto-onderhoud en -herstelling. Ook de Europese federaties FIGIEFA, EGEA, CECRA en AIRC, gebundeld in AFCAR, voeren deze Europese strijd samen met de automobilistenclubs op internationaal niveau (FIA).

Hebt u al gehoord van telematics control unit (TCU), DSRC Radio, Scanning Lidar, event data recorder (black box) en crash data retrieval unit, cabin monitoring system, touch sensors en key FOB? Allemaal functies en onderdelen in een ‘connected car’.

De autoretailers (garages, dealers, fastfitters, onderdelengrossisten, garage-equipmentverkopers, gespecialiseerde ateliers, bandencentrales, takelbedrijven en koetswerkherstellers) moeten diverse data uit de auto kunnen verzamelen en/of mits akkoord kunnen doorverkopen aan derden. TRAXIO acht het dus wenselijk dat de klant het gebruik en verzenden van de data die tot zijn persoon herleid kunnen worden, eenvoudig en snel kan deactiveren. Diezelfde autoprofessionals kunnen ook niet verplicht worden om de ‘data’ van de consument uit zijn auto, dat de autoprofessional zelf aanvult met eigen gegevens of data die hij verzamelt bij diezelfde klant of elders, zonder goedkeuring van diezelfde consument, over te dragen aan een invoerder of fabrikant.

Het gaat onder meer ook om bewaarde locatie-informatie via het gps-systeem, informatie over externe omgeving van voertuig gecapteerd via sensoren en camera’s in de auto, informatie in de auto (inclusief infotainment zoals muziek), gebruikersherkenning (zeker ook bij deelauto’s), informatie uit aangesloten apps met smartphone als tussenplatform. Dit naast allerhande gedetailleerde auto-technische data die informatie over de technische staat en mogelijke pannes, disfuncties toekomstige noodzakelijke interventies  van en op het voertuig kan weergeven.  Allemaal data die een beeld kunnen scheppen van het rijgedrag, misschien zelfs fysische info en geolocalisatie van personen kan geven.

Er moet een equal level playing field komen voor alle marktpartijen (naast de autofabrikant) om op basis van data die door en uit de auto worden gehaald bepaalde producten en diensten kunnen ontwikkeld worden en aangeboden worden. Zo krijgt de klant of consument de keuzevrijheid om zelf te bepalen naar wie hij de auto voor onderhoud brengt en van wie hij (eventueel online) onderhouds- of herstelwerkzaamheden of onderdelen voor zijn auto wil afnemen.

De fameuze Euro 5 Richtlijn verplicht de autofabrikant om alle technische informatie vrij toegankelijk te maken via de OBD-II stekker die nodig is om de auto te kunnen onderhouden en repareren. De EU-Commissie is hier de waakhond, maar de regelgeving dateert van voor het tijdperk dat auto’s “geconnecteerd” waren. Dit blijft een heikel punt en de recentelijke stemming in de Commissie TRAN van het Europees Parlement doet hopen dat de EU-Commissie klaarheid gaat scheppen in de markt.

De aftermarket, in België vertegenwoordigd door de Federatie Automateriaal (FAM) aangesloten bij TRAXIO, vraagt uitdrukkelijk dat de data uit de OBD II-poort kan uitgelezen worden door iedereen die gerechtigd is om aan voertuigen te werken en of fabrikant of verdeler is van diagnose-apparatuur.