Amper 1 % van de personenwagens die vandaag aan particulieren worden verkocht is volledig elektrisch. De reden is niet ver te zoeken: de investering in zo’n auto is heel wat groter dan voor een gelijkaardig diesel- of benzinevoertuig. De vraag stelt zich dan ook of een eigen wagen nog haalbaar blijft voor iedereen.
In onze White Paper over mobiliteit (zie www.mobia.be) uitten we onze bezorgdheid over deze evolutie. Ondanks het feit dat de kostprijs van batterijen gestaag daalt (de laatste 5 jaar een halvering), zien we dat de aankoopprijs van elektrische voertuigen (EV) hoger blijft dan voor een voertuig aangedreven door klassieke brandstoffen. Een recente studie van dataspecialist JATO spreekt zelfs van een prijsstijging van 20 % voor elektrisch aangedreven wagens over de laatste 10 jaar in plaats van een daling. Dat heeft vooral te maken met grotere batterijpakketten en kwaliteitsverbeteringen. Stijgende prijzen voor elektriciteit doen bovendien het argument van een goedkopere prijs per kilometer meer en meer teniet.
Vanaf 2026 zullen er door de geplande fiscale wijzigingen heel wat elektrische bedrijfswagens rondrijden, dat zal uiteraard de occasiemarkt voeden met een groter aanbod. Gezien de hogere nieuwwaarde is echter ook de tweedehandsprijs van een EV vaak fors hoger dan een vergelijkbare diesel- of benzinewagen. Onder meer met creatieve financieringsformules kan dit mogelijk wat opgevangen worden, we zullen daar als sectoren ons steentje aan moeten bijdragen.
We roepen de overheden dus op om voorzichtig om te springen met een al te radicale ommezwaai naar elektrisch rijden. Veel mensen hebben voor hun dagelijkse mobiliteit weinig of geen alternatief voor de auto. Het is niet te verwachten dat we op enkele jaren tijd alternatieven als een performant openbaar vervoer, massaal beschikbare deelvoertuigen of zelfrijdende robottaxi’s in het straatbeeld zullen zien verschijnen. Dat neemt niet weg dat individuele mobiliteit niet deels anders kan. De (elektrische) fiets kan voor veel trajecten een mooi alternatief zijn, al dan niet aangevuld door het openbaar vervoer. Digitale tools kunnen helpen om trajecten te plannen met alternatieve vervoermiddelen voor de auto.
Maar voorlopige neemt de eigen auto nog steeds een vaak onmisbare plaats in om het mogelijk te maken om te gaan werken, te winkelen, te ontspannen of om vrienden en familie te ontmoeten. Dat moet betaalbaar blijven en geen voorrecht worden voor een kleine groep die het zich kan veroorloven.