Walter Luccioli: "Jongeren opnieuw warm krijgen voor carrosseriesector"

In die vier decennia heeft hij het een en ander zien veranderen en daar heeft hij een deels kritische en deels positieve kijk op. Hij betreurt in elk geval het huidige gebrek aan interesse bij de jonge generaties voor een vakgebied dat hem nog steeds boeit als de eerste dag.

Walter Luccioli was 24 toen hij in 1983 zijn zaak oprichtte. Vandaag is het een succesvol koetswerkbedrijf. "Toen ik startte had ik al een eigen werkplaats waar ik tijdens de weekends werkte als aanvulling op mijn vaste job. In de week werkte ik voor een baas en ik volgde bedrijfsbeheer en cursussen handelsvertegenwoordiger in het avondonderwijs", vertelt de 60-jarige selfmade man die ook een diploma carrossier-hersteller bezit. Walter toonde al van kinds af veel interesse in auto's en motorsport. Zijn studiekeuze lag dus voor de hand. "Waar die passie vandaan komt, weet ik ook niet. Het is zeker geen familietraditie", klinkt het bij de fervente autoliefhebber. 

Steeds betere werkomstandigheden 

"Toen ik begon, was de carrosserie een vuil en hard beroep. De werkomstandigheden waren ondermaats. Vandaag zouden ze zelfs ontoelaatbaar zijn. We werkten in niet-verwarmde werkplaatsen waar het in de winter zelfs binnen vroor. Er was ook amper tot geen ruimte om het werk voor te bereiden", schetst Walter Luccioli de evolutie van de arbeidsomstandigheden doorheen zijn 36-jarige carrière. "Ik heb er altijd naar gestreefd die situatie te verbeteren", verduidelijkt hij. "In 1993 was onze werkplaats in oppervlakte verdubbeld. We waren bij de eersten om ze uit te rusten met moderne voorbereidingsruimtes die met name oog hadden voor de gezondheid van onze werknemers." 

Begin jaren '90 werd binnen de Belgische carrosseriesector het Europese kwaliteitslabel Eurogarant geïntroduceerd dat door alle betrokkenen erkend werd. België telt intussen bijna 500 Eurogarant-gecertificeerde carrossiers. "Het label dwong hen in hun zaak te investeren wat tot een reële verandering van de werkomstandigheden leidde", aldus onze gesprekspartner. "Met Febelcar hadden we daarvoor al geprobeerd verbeteringen en kwaliteitsnormen door te voeren. Dat liep echter niet van een leien dakje. We moesten bijna van deur tot deur gaan om de carrossiers het nodige bewustzijn bij te brengen. En als ze zich het al aantrokken, waren er vervolgens geen noemenswaardige controles." 

Minder ongevallen maar tegen een hogere kost 

Walter Luccioli blijft positief gestemd. Hij ziet in de technologie (met rijhulpsystemen, noodremmen, zelfrijdende wagens enz.) geen bedreiging voor zijn zaak. "Het aantal carrossiers zal de komende 15 tot 20 jaar zeker nog afnemen maar ongevallen zullen er altijd zijn. De gevolgen zullen gelukkig minder erg zijn, omdat grote botsingen wellicht wel vermeden kunnen worden. We zullen het chassis ook niet meer op dezelfde manier kunnen herstellen zoals we dat vroeger deden. Schade valt echter nooit helemaal uit te sluiten. Ons werk zal lichter worden en dat is een goede zaak. Er worden trouwens ook nu al minder ongevallen vastgesteld, maar de herstelkosten liggen veel hoger. Een enkele koplamp kan al snel tussen de 1.000 en 1.500 euro kosten. 15 jaar geleden had niemand dat bedrag op tafel gelegd! Al die nieuwe technologieën zijn misschien nuttig maar worden veel te duur, vooral dan voor de populaire merken."

Niet alleen de nieuwe on-boardoplossingen, ook de boom van het aantal elektrische voertuigen en de verwachte komst van de zelfrijdende wagens nopen de carrossiers tot nieuwe werkmethodes. "Ons voltallige personeel is opgeleid om herstellingen uit te voeren aan elektrische en hybride voertuigen. De prioriteit is en blijft dat ze in alle veiligheid kunnen werken, zonder zichzelf in gevaar te brengen. Daar blijven we op focussen. Voor de rest is het werk niet veel complexer geworden dan bij een traditionele wagen, al moeten de carrosserieherstellers wel leren omgaan met nieuwe materialen." 

Accent op de jeugd 

Naast zaakvoerder van zijn eigen bedrijf is Walter Luccioli sinds zijn 28^ste ook bestuurder bij Febelcar. Hij nam die functie op in 1987. Binnen die context ging hij recent zelfs een nieuwe uitdaging aan. Op 24 oktober 2019 werd hij verkozen tot regionaal voorzitter van Febelcar voor de regio Luik-Verviers.

Hij wil zijn mandaat gebruiken om de leden beter geïnformeerd te houden, een cruciaal punt, zo vindt hij. "In ons vak moet je bijblijven! Dan heb ik het niet enkel over de nieuwe trends en technieken, maar ook over de automobielsector en de technologie in het algemeen. Zo kan het bv. interessant zijn te weten wat een digitale robot allemaal kan en wat hij eventueel voor de autosector zou kunnen betekenen."

Als voorzitter besteedt Walter Luccioli ook veel aandacht aan de jeugd die hij opnieuw warm wil maken voor de carrosseriesector. Hij vindt alvast dat ze de sprong moeten wagen. "De carrosseriesector wordt stiefmoederlijk behandeld. De jonge generaties worden er niet langer door aangetrokken en al helemaal niet om een eigen zaak te beginnen. Om dat gevoel terug te draaien, moeten we hen het vertrouwen geven en de zin om te investeren. Ze mogen zich niet bang laten maken door de onheilspellende berichten die de media elke dag verkondigen. We moeten ze pushen om ervoor te gaan, zelfs als ze tegen de muur dreigen te lopen. Het verleden moet je bekijken als een ervaring, al de rest speelt zich voor ons af!" 

Opvolging verzekerd! 

Walter Luccioli heeft zijn geestdrift en doorzettingsvermogen doorgegeven aan zijn zoon van 28, die het familiebedrijf "op een dag" zal overnemen. "Hij heeft het voordeel dat hij goed omringd is, net zoals ik dat ook al jaren ben door mijn huidige partner. Een goed geolied team is onbetaalbaar!", aldus de jonge zestiger die nog lang niet aan stoppen denkt. De leeftijd en ervaring zetten alvast geen rem op zijn ambities. "Ons klantenbestand groeit nog steeds aan, met name door de concentratie van carrosseriezaken. Als we onze gebouwen de komende jaren nog moeten uitbreiden, dan doen we dat. Dergelijke investeringen zijn zeker zwaarder dan vroeger, maar door het werkvolume kunnen we dat er ook maximaal weer uithalen."

Foto: Benjamin Brolet