Het Tsjechische Skoda had in de jaren ‘70 en ‘80 niet bepaald een sterke reputatie in onze contreien. Het weerhield Richard Noben uit Bilzen er niet van om in 1978 een Skoda-garage te openen in Veldwezelt. Bijna 40 jaar later is het een bloeiend familiebedrijf.
De geschiedenis van het bedrijf gaat zelfs nog wat verder terug, want de garage bestond al vier jaar voordat ze met Skoda in zee ging, vertelt Johnny Noben, een van de huidige zaakvoerders. “Mijn vader en zijn toenmalige compagnon zijn er mee gestart in 1974”, vertelt hij. “Ze zaten toen in een pand in Veldwezelt. Tot een stukje in de jaren ‘90 verkochten ze ook Honda, maar omdat dat merk geen dieselmotoren had, zijn ze ermee gestopt. De Belg was toen nog helemaal “dieselgek” dus je moest zulke motoren hebben om commercieel succesvol te zijn.”
In 1991 komt de dan 16-jarige Johnny mee in de zaak werken, als mecanicien op leercontract. “In de jaren ‘90 hebben we de showroom uitgebreid, maar omdat we in een woonzone zaten, zat daar wel een beperking op. Rond 2000 hebben we dan besloten om een tweede vestiging te openen in Beverst. Mijn broer en mijn zus zijn dan ook mee in de zaak gestapt. En zo waren we dus een familiebedrijf met twee garages.”
Die situatie duurt tot 2014, wanneer het duidelijk wordt dat het in de beide vestigingen te krap is om een en ander te bolwerken. De familie Noben staat dus voor de keuze: opnieuw uitbreiden of ergens anders van nul beginnen. “Omdat we ook in Beverst in woonzone zaten, hebben we besloten om een compleet nieuwe garage te bouwen op een industrieterrein”, zegt Johnny. “De zoektocht naar een geschikte grond heeft wel wat voeten in de aarde gehad. Uiteindelijk hebben we die dan in Bilzen gevonden. Voor ons was het heel belangrijk om zowel ons oude cliënteel te behouden als nieuwe klanten aan te trekken. De nieuwe garage ligt dan ook pal tussen de twee oude vestigingen. Bestaande klanten moeten maximaal zeven kilometer verder rijden om hier te geraken.”
Die strategie lijkt vruchten af te werpen: zeker 95 % van het bestaande clientèle is na de verhuis gevolgd, zegt Johnny. De verkoop ging zelfs spectaculair de hoogte in: “We zijn dus eigenlijk van twee verkooppunten naar één gegaan, maar wat nieuwe wagens betreft is de verkoop zelf wel verdubbeld.”
De bouw van een nieuwe garage gaf het bedrijf ook de kans om een compleet nieuw pand te zetten dat aan alle moderne eisen voldeed. Skoda had inmiddels een nieuwe Corporate Identity ontwikkeld en die stelde heel wat strengere eisen wat betreft de inrichting en aankleding van de showroom. “Je kunt het je haast niet voorstellen, maar in 2000 had de helft van de Skoda-dealers zelfs geen eigen showroom”, aldus Johnny. “Wij hadden toen welgeteld acht wagens in onze toonzaal, daarmee waren we een van de modernste garages van heel het netwerk (lacht). Je ziet van hoe ver we komen op 17 jaar.”
Ook het imago van Skoda werd stevig onderhanden genomen door VW én er kwam een broodnodige kwaliteitssprong. “Vroeger bleven de basismodellen van Skoda in eigen land en die waren vrij goed van kwaliteit”, vertelt Johnny. “De “luxueuzere” modellen gingen naar het Westen en daarvan was de bouwkwaliteit inderdaad soms abominabel. Dat kwam vooral omdat we toen met totaal gedemotiveerde arbeiders zaten in de fabriek. De cultuuromwenteling van VW heeft wel effect gehad: in 2000 werden er 8.000 Skoda’s verkocht in België, in 2016 zo’n 19.000 Het merk is zelfs een stevige concurrent geworden van VW zelf.”
Intercars Bilzen verkoopt jaarlijks ongeveer 275 nieuwe wagens en een 100-tal occassies. Het bedrijf stelt nu een tiental mensen tewerk. Vader Richard is ook nog altijd actief in het bedrijf, als magazijnier, net als medezaakvoerder en broer Ronny (de chef atelier), zijn echtgenote en zijn zus. Er zijn daarnaast vier mecaniciens aan de slag en twee verkopers. Vorig jaar draaide de garage een omzet van 5,3 miljoen euro. Voor dit jaar wordt op minstens een status quo gerekend.
Het grootste deel van de verkochte wagens zullen trouwens benzinemodellen zijn, zegt Johnny. In zijn garage is de dieselgekte alvast duidelijk over zijn hoogtepunt heen. “Vroeger verkochten we over het hele gamma heen 80 à 85 % diesels. Bij de grotere modellen was dat zelfs 95 %. Sinds een jaar of twee is dat helemaal omgeslagen. Zeker bij de kleinere modellen wordt diesel de uitzondering. De taksen slaan almaar op en het prijsverschil aan de pomp is bijna weg. De sjoemelsoftware van VW heeft daar misschien ook een rol gespeeld, maar de naam Skoda is in dat dossier bijna niet gevallen, dus wat dat betreft is de imagoschade voor ons quasi nul. Milieuoverwegingen? Die spelen minder mee. Klanten zijn er wel in geïnteresseerd hoor, maar alleen als het hen niet in de portefeuille raakt.”
De grote media-aandacht voor autodeeldiensten, e-cars en andere Ubers wordt uiteraard ook in Limburg met argusogen gevolgd, maar het is een verhaal dat zich aanvankelijk vooral in de steden zal afspelen, denkt Johnny Noben. “In Antwerpen en Brussel is autodelen zeker iets om mee rekening te houden, maar hier in Bilzen is “mijn auto nog altijd mijn vrijheid”. Het kan komen, maar voorlopig stelt het probleem zich niet. Elektrificatie: idem. Ik geloof er zeker in, maar het is nog te vroeg. Voor de gewone consument liggen de prijzen nog veel te hoog en blijft ook het rijbereik te laag. Op korte termijn zie ik meer in het CNG-verhaal. Daar is het zwakke punt wel dat we nog maar twee modellen met CNG-motor kunnen aanbieden en dat de infrastructuur achterophinkt. Als er meer tankstations met CNG zouden komen, stimuleert dat de verkoop enorm. We hebben het zelf meegemaakt: DATS24 heeft hier in de buurt een CNG-pomp geopend en we zagen dat meteen in de interesse van de klanten.”
Foto: Thierry Dricot