Wie de Belgische autoracewereld een beetje kent, is waarschijnlijk wel vertrouwd met de naam Juma, het raceteam dat in de jaren ‘80 en ‘90 van vorige eeuw potten brak in onder meer de 24 uur van Spa. De naam leeft nu verder in twee BMW-concessies, in Mechelen en Leuven. Wij gingen langs in Mechelen om kennis te maken.
De naam Juma komt van Julien Mampaey die, samen met zijn vrouw Chris Van der Auwera, in de jaren ‘80 het raceteam bezielde, maar toen ook al een BMW-concessie uitbaatte in Antwerpen. “Mijn schoonouders zijn dan in 1986 uitgeweken naar Mechelen omdat er in Antwerpen al te veel BMW-garages waren en er in Mechelen een plaats vrijkwam”, zegt huidig zaakvoerder Gunter Van Lent. “Op het industrieterrein van Mechelen-Zuid hebben ze dan een nieuwe concessie gebouwd. Dat was opnieuw van nul beginnen en terug een klantenbestand opbouwen, want in deze streek kende natuurlijk niemand Juma.”
Gunter zelf vervoegde het team in 1996, na zijn huwelijk met Pascale Mampaey, de dochter van Chris en Julien. “Ik ben begonnen aan de receptie, daarna heb ik aftersales gedaan, verkoop, ik heb ook nog in de carrosserie gestaan… ik heb alle geledingen doorzwommen”, lacht hij. “Voor mij was dat allemaal nieuw, ik had totaal geen ervaring in de autowereld. Later heb ik de opleiding “Advanced Automotive Management” van FEBIAC gevolgd en, met mijn schoonmoeder aan mijn zijde, ben ik stilaan in het bedrijf beginnen doorgroeien. In 2010 ben ik dan zelf de officiële concessiehouder geworden, samen met mijn echtgenote die voor de aftersales verantwoordelijk is. We verkopen nu zo’n 1.800 BMW’s per jaar, 150 Mini’s en 250 occasies.”
In al die tijd zag Gunter de wereld rondom hem flink veranderen, zegt hij. Klanten werden plots ongelooflijk goed geïnformeerd, er kwamen compleet nieuwe aandrijvingstechnologieën en ook de wetgever veranderde regelmatig het geweer van schouder in de autofiscaliteit. “De CO2-uitstoot, het voordeel alle aard, de fiscale regels… het is, op z’n minst gezegd, een vrij “dynamisch gegeven”. Zowat twee derde van onze klanten komen uit de fleet-wereld, daarom willen wij dit op de voet opvolgen en hen daar constant over informeren. Om dat waar te kunnen maken hebben we sinds kort trouwens ook een “fleet cell” opgericht van drie mensen waaronder een Business Developer. Het Fleet Team houdt zich met de prospectie en de contacten van die markt bezig, niet alleen bij kmo’s, maar ook bij grote ondernemingen.”
Wat de doodsberichten over de dieselmotor betreft, die zijn voorlopig nog zeer voorbarig, denkt de BMW-man. “Ja, het aandeel van de benzinemotor stijgt wel, maar de grote revolutie zie ik toch nog niet, hoor. Volgens mij hangt het vooral af van het profiel van de chauffeur af. Heb je de mogelijkheid om regelmatig je wagen op te laden? Dan is een plug-in hybride zeker te overwegen. Je profiteert dan inderdaad van een lager verbruik en gunstigere fiscaliteit. Doe je toch regelmatig wat kilometers? Dan kan je gerust een benzine overwegen. Maar zodra je 25.000 km of meer rijdt per jaar, blijft diesel, nog altijd, gewoonweg de beste keuze.”
De markt van de elektrische wagens is, ondanks alle media-aandacht, klein, zegt Gunter. “Die zal zeker groeien, daar ben ik van overtuigd, maar dat gaat tijd kosten. Er moet ook infrastructuur bijkomen en de autonomie blijft een uitdaging. Het gaat komen, maar de echte impact zullen we pas binnen een jaar of vijf voelen, denk ik. Idem voor autonoom rijden. Die technologie is er, maar de mindset ontbreekt nog bij veel klanten: dat stuur loslaten en tijdens de rit je krant lezen, je moet daar als chauffeur toch een drempel voor over. Wat zeker is, is dat jonge mensen – de autokopers van over enkele jaren – er meer voor openstaan.”
Wat de komende jaren betreft, wordt vooral het (blijven) vinden van goed personeel een stevige uitdaging, meent Van Lent. “Gelukkig neemt ook BMW BeLux hierin initiatieven, ze werken samen met scholen, ze gaan rekruteren op beurzen, ze doen voor ons zelfs vaak een eerste schifting van cv’s…maar goede mensen vinden, blijft lastig. Voor de rest hoop ik dat we vooral kunnen blijven aanknopen met de resultaten van de vorige jaren. Wij zijn erg tevreden over de groei van onze omzet en, zeker zo belangrijk, van ons rendement. De opvolging? Ik heb twee zonen. De oudste doet nu Autotechniek aan de KHL. De jongste is 18 en die weet het nog niet. Maar ik push hen niet, ze moeten doen wat ze graag willen doen. En ook: geduldig zijn. Ik hoop hier nog een tijdje te blijven, daarvoor doe ik het te graag (lacht).”
Sommige garagehouders durven weleens een klaagzang aanheffen over de zware quota die ze tegenwoordig opgelegd krijgen door de fabrikanten en over de strenge eisen die worden gesteld aan, bijvoorbeeld, de inrichting van de showroom. Hoewel BMW sowieso bekend staat als een vrij “competitieve” constructeur, wil Gunter Van Lent daar niet aan meedoen. “God ja, natuurlijk voelen we die druk wel, maar BMW heeft toch al wel bewezen dat ze weten wat ze doen. De relatie tussen een invoerder en een concessie is zo’n beetje als een huwelijk: als er problemen zijn, kan je ofwel scheiden ofwel ga je er samen aan werken. Ik heb in elk geval altijd het gevoel gehad dat we met elkaar konden praten als er zaken waren die wij anders zagen. En dat we dan samen aan een oplossing konden werken. En ja, die quota’s zijn er wel, maar tot nog toe zijn we er ook altijd in geslaagd om ze samen te realiseren. BMW ondersteunt ons daarvoor met alle mogelijke middelen. En wat die eisen over de inrichting en zo betreft: ik vind dat ik, binnen een bepaald kader, nog altijd wat vrijheid heb om zelf te ondernemen. Die opgelegde eisen zijn trouwens zeker niet exclusief voor de garagewereld. In andere sectoren bestaan die immers ook.”
Oprichtingsdatum: 1986 (Concessie Mechelen)
Sector/Activiteit: Garage
Adres van de Zetel: Kruisbaan 125, 2800 Mechelen
Aantal vestigingen: 2
Personeel: 100
Omzet: 75 miljoen euro
Foto’s Thierry Dricot