Overleg met de sector is een must
Het nauw observeren van wat in de praktijk gebeurt, leert dat de vraag naar mensen met voldoende 'kennis en kunde' over batterijen toeneemt en dat zal blijven doen. Een momentopname, bekeken door een onderwijsbril.
Het nauw observeren van wat in de praktijk gebeurt, leert dat de vraag naar mensen met voldoende 'kennis en kunde' over batterijen toeneemt en dat zal blijven doen. Een momentopname, bekeken door een onderwijsbril.
Dat e-mobiliteit en in het bijzonder de omgang met batterijen een aparte vorming vergt; men hoort het wel vaker. Ook bij Luc Segers, Opleidingshoofd Professionele Bachelor Autotechnologie aan de Karel de Grote Hogeschool in Antwerpen. “Ons verhaal is grosso modo hetzelfde als dat wat EDUCAM en de trainingscentra van de invoerders schrijven”, merkt hij op. “Zij staan in voor de bijscholing van wie al op de werkvloer staat. Wij van onze kant leiden jongeren op voor ze aan de slag gaan. Maar wat we de mensen bijbrengen, dat valt grotendeels samen.”
En succesvol opleiden, dat kan je enkel wanneer je nauw met de sector samenwerkt, beklemtoont Luc Segers. “Uiteindelijk is de vraag die ons permanent bezig houdt waar een jongere met een bacheloropleiding achter de rug in staat toe moet zijn wanneer hij zijn eerste stappen in het beroepsleven zet? Ook inzake batterijen. Die vraag kan enkel beantwoord worden wanneer je voeling hebt en onderhoudt met de sector. Die constante dialoog is iets waar onze docenten frequent mee bezig zijn. Dit leert ons alvast dat de dingen vrij snel evolueren, op verschillende domeinen trouwens.”
“Naast het bijbrengen van kennis en kunde, moeten onze studenten ook wel wat gesensibiliseerd worden”, aldus Segers. “Stuk voor stuk zijn dat autofreaks, petrol heads zeg maar (lacht). Vaak is het net de liefde voor de motor, het geluid en alles wat erbij komt kijken, dat hen heeft aangezet autotechnologie te gaan studeren. En vaak is de afstand naar batterijen en e-mobiliteit dus vrij groot (glimlacht). Tegelijkertijd mag niemand zijn ogen sluiten voor wat op ons afkomt. Wat dit betreft zie ik twee extremen, met een werkelijkheid die ergens in het midden ligt. Je hebt zij die denken dat het allemaal erg snel zal omslaan, maar ook sceptici, de non-believers zeg maar. De gulden middenweg bestaat erin te aanvaarden dat er nog wel wat tijd over zal gaan voor e-mobiliteit een substantieel aandeel in het ruimere verhaal zal gaan innemen. Maar dat dit moment er komt, daar ben ik rotsvast van overtuigd. Dat er in China merken zijn die uitsluitend elektrische wagens bouwen is een belangrijk teken aan de wand. Net zoals we vaststellen dat merken heel wat investeren in onderzoek enontwikkeling rond elektrische voertuigen. Dit is geen doel op zich natuurlijk, op een zeker moment moet dit renderen. Wanneer de prijs zal zakken, komen we op het echte keerpunt. Ik vergelijk het wel eens met de prijsevolutie van pakweg een printer of video-speler. Men kan het zich vandaag nog maar moeilijk voorstellen, maar ooit waren die producten peperduur.”
We slaan terug de brug met de praktijk van de sector. “Het valt op hoe vroeger slechts enkele daartoe gevormde techniekers aan de batterijen mochten werken”, stelt Luc Segers vast. “Dit gebeurde ook door de merken zelf. Vandaag is die groep die hiertoe bevoegd is niet enkel groter. Je merkt ook dat er een verschuiving van merk en invoerder richting concessie plaatsvindt. Anders dan voorheen is het op niveau van de plaatselijke garage of dealer dat de werken steeds vaker worden uitgevoerd. Wie meewil, zal sowieso één of meerdere mensen in huis moeten hebben die over de vereiste kwalificaties beschikken. Het is iets wat ik er bij de studenten maar wat graag inlepel (lacht).”