De rechtbank van Frankfurt heeft zopas geoordeeld dat het vergoedingssysteem dat Opel hanteert voor zijn dealers in Duitsland niet conform de wet is. De Belgische mededingingsautoriteit ontving ook al een klacht voor soortgelijke feiten.
In november 2020 diende VDOH, de vereniging van Duitse Opel-dealers die lid is van de European Opel Dealer Council (lid van Cecra), namens de leden een klacht in tegen het zogenaamde 'commerciële' beleid van Opel, dat het vergoedingssysteem voor erkende dealers regelt.
Volgens de vereniging is de klacht gericht tegen de algemene structuur van het vergoedingssysteem, het onvoorzienbare karakter ervan en, vooral ook, de talrijke eenzijdige wijzigingsmogelijkheden waaronder het beïnvloeden van de marge.
Elke onderneming moet haar winst zelf kunnen bepalen op basis van een marge die ze kan berekenen, zodat ze een kostenstructuur kan instellen die haar in staat stelt winstgevend te zijn en haar voortbestaan te verzekeren.
Vorige week heeft het Landgericht van Frankfurt VDOH in het gelijk gesteld in de zaak tegen Opel omwille van het gevoerde 'commerciële beleid'. Opel mag verkooppartners geen regeling meer opleggen waarbij de constructeur de vergoeding van zijn dealers, bestaande uit een vaste marge en premies, willekeurig kan wijzigen.
Opel Duitsland heeft al aangekondigd dat het tegen de uitspraak in beroep zal gaan bij het Oberlandesgericht van Frankfurt am Main.
Algemeen directeur van CECRA, Bernard Lycke, is blij met de uitspraak: "We verwelkomen de beslissing van het Landgericht Frankfurt als een nieuwe doorbraak in de strijd van de dealers voor meer billijkheid, die al tien jaar bezig is. Speciaal in het licht van de huidige radicale veranderingen en uitdagingen zou de beslissing van deze rechtbank de margeregels van veel merken kunnen veranderen en zo de weg kunnen banen voor een evenwichtige en eerlijke samenwerking in de auto-industrie.”