In meer dan vier decennia is TAE tot een begrip in de automotive uitgegroeid. Het aanbod van diensten en producten werd steeds ruimer, maar sommige dingen bleven. Aandacht voor service, het aanbieden van knowhow, maar ook – en vooral – de familiale dimensie. Een gesprek met CEO Michel Vervekken.
We treffen CEO Michel Vervekken op de hoofdzetel van TAE in het Research Park van Zellik, gelegen vlakbij de Brusselse ring. Al ruim drie decennia trouwens de thuisbasis van het bedrijf. Een vrij centrale plek, wat niet onbelangrijk is wanneer het klantenbestand het hele nationale grondgebied bestrijkt. “Aanvankelijk waren we in Molenbeek gevestigd, maar aangezien we op een punt van uitbreiding gekomen waren, besloten we in 1989 naar hier te verhuizen”, legt hij uit. “Dit is hier trouwens een Green Energy Park, mee beheerd door de VUB, met als ambitie een onderzoekscentrum te zijn voor energie en mobiliteitstransitie. Sindsdien kwamen er bij TAE heel wat uitbreidingen bij. Toen we voor deze locatie kozen, wisten we dat dit tot de mogelijkheden behoorde.”
Toen deze verhuis plaatsvond, had Vervekken de stap nog niet gezet naar het bedrijf dat destijds in 1977 door zijn vader Leon uit de grond gestampt was. “Op zich was het voor mij al snel duidelijk dat ik op termijn in de voetsporen van mijn vader wou treden, maar alvorens de zaak over te nemen leek het me nuttig elders beroepservaring op te doen”, zegt Vervekken. “En dat deed ik, onder meer ook in de Verenigde Staten. Uiteindelijk zette ik in 1993 de stap, aanvankelijk verantwoordelijk voor de Euroline-divisie, een Europees platform voor de verdeling van alle officiële gehomologeerde toestellen en tools voor het Opel-netwerk. In een volgende fase werd ik commercieel directeur, om uiteindelijk in 2003 CEO te worden.” Mijn broer Johan is trouwens als CFO ook werkzaam in de zaak. Inmiddels werken we in een goede verstandhouding en complementariteit al een kwarteeuw samen.”
“Aanvankelijk begonnen we als specialist in motordiagnose”, legt Michel Vervekken uit. “We waren toen partner van het merk BEAR, wel bekend via het zwart-gele beertje. Maar het bleef hier echter niet bij. In 1980 vond onze eerste levering van emissietesters voor de technische keuring plaats. En eigenlijk zijn de keuringscentra doorheen de jaren altijd een steeds belangrijkere klant bij ons geworden. BEAR had ook producten voor wielservice, wat ons aanzette onze activiteitenwaaier te verruimen. Bouwend op de ervaring naar keuringscentra, slaagden we erin de remmen-, ophanging- en vermogentestbanken van MAHA binnen te halen, toen al wereldleider in die sector. En dat is een rol die sindsdien enkel verstevigd is. Toen wij in 1990 de pionier waren met de invoer van aircotoestellen van de wereldleider ROBINAIR, verklaarden de mensen ons voor gek – er waren toen heel weinig auto’s met airco…. Ook hefbruggen, uitlaatgasafzuiging, compressoren en olie-, lucht-, water- en vetdistributie volgden. Net door deze verruiming waren we, zo'n kwarteeuw geleden, in staat in te staan voor de totaalinrichtingen van werkplaatsen. Ons huidig team bestaat o.a. uit designers evenals ervaren project- en werfleiders. Maar begrijp me niet verkeerd, ons klantenbestand is beduidend divers: keuringscentra, bandenspecialisten, grotere dealergroepen, kleinere, onafhankelijke spelers, zowel voor auto's, truck, bus, moto's en agri.” Detecteert Vervekken potentieel in een verruiming? “Ergens wel. Ons cliënteel verwacht een sterke service. Wij pakken bovendien vooral uit met premium producten, wellicht bevinden zich in de medium range nog wat mogelijkheden. Het is ook één van de redenen waarom we FAST opgericht hebben (zie verder).
TAE is ondanks alles een familiebedrijf gebleven, met vandaag de tweede generatie aan het roer. Hoe belangrijk is die familiale dimensie vandaag nog? “Mijn broer en ik kregen het belang van service met de paplepel mee”, lacht Michel Vervekken. “'Service eerst!', vanaf dag één was dat hét principe toen mijn vader in 1977 dit bedrijf uit de grond stampte. En dit heeft zich ook in het DNA van de onderneming genesteld. Dit speelt een rol bij alle belangrijke beslissingen die we nemen, van het aangaan van investeringen tot het aanwerven van gedreven medewerkers. Je moet iedereen meekrijgen in dit verhaal, anders ondergraaf je jezelf. Je zou ook een familiaal element kunnen zien in het feit dat hier veel geluisterd wordt naar de mensen. Ze worden actief betrokken in werkgroepen. Ze krijgen ook veel autonomie, wat we dan weer koppelen aan een gezonde verantwoordelijkheid.”
De expertise die we opgebouwd hebben willen we ook doorgeven door middel van ons, door de overheid erkend, opleidingscentrum. Zo geven wij bijvoorbeeld aircocertificatieopleidingen, alsook wiel- en bandenservice-opleidingen op maat.
TAE staat bekend als een op en top Belgisch bedrijf. Het heeft ook slechts één vestiging in een bedrijvenpark in Zellik. Is de buitenlandse verleiding er nooit gekomen? “We blijven daar erg nuchter in”, benadrukt CEO Michel Vervekken. “Nu en dan komt er wel een vraag uit het buitenland, maar die spelen we door naar collega's, actief op die respectievelijke markt. Er is een goede reden waarom we deze handschoen niet opnemen. Wij verkopen geen product maar een oplossing, wat op een buitenlandse markt moeilijk is. Je mag niet vergeten dat we alles in huis doen met onze 85 medewerkers, grondwerken buiten beschouwing gelaten. Dit principe naar andere landen en dito markten doortrekken is vrijwel onmogelijk, het zou een te zware investering vergen. De facto ben je dan aangewezen op een netwerk aan onderaannemers. Op zich is dit misschien gangbaar in landen als Frankrijk of Duitsland, maar ergens gaat dit in tegen onze bedrijfscultuur.”
Het is een recurrent probleem in de sector om niet alleen de juiste mensen te vinden, maar evenzeer om ze ook te behouden. Hoe gaat men daar bij TAE mee om? “U zal me niet horen beweren dat dit een makkelijke klus is”, antwoordt Michel Vervekken. “Anderzijds zou het ook overdreven zijn dit als een echt probleem te bestempelen. Vaak vinden we de juiste profielen via mond-tot-mondreclame. Het feit dat we gekend zijn, net zoals onze bedrijfscultuur dat is, speelt ongetwijfeld in ons voordeel. Maar het is ook een realiteit dat wat we mensen aanbieden aanspreekt. Er lopen wel wat mensen rond die geboeid zijn door de automotive, maar niet noodzakelijk in een garage willen werken. Zeker onze installateurs en technici zijn het gros van de dag op de baan, waarbij we hen een zo groot mogelijke flexibiliteit gunnen. En je merkt dat dit wel erg gesmaakt wordt.”
De ervaring die Michel Vervekken in de sector opbouwde, maakt van hem de geknipte persoon om de belangrijkste veranderingen in kaart te brengen. Wat springt er in zijn ogen uit? “Er is een belangrijke trend die al enkele jaren aan de gang is: de consolidatie van spelers”, antwoordt hij. “Op die manier verkrijg je een sector waar minder 'eigenaars' op actief zijn. De nood aan een betrouwbare partner die meer als een “one-stop-shop” fungeert dringt zich op. Wat me ook opvalt, en dan kijk ik niet zozeer naar de markt, maar eerder naar onze dagelijkse business, is een grotere specialisatie. Je kan nu eenmaal niet alles weten in een realiteit waarin de dingen complexer worden. Dit vertaalt zich ook in ons organigram dat in verschillende businessunits onderverdeeld is. Ook dat is iets waar we naar rekrutering toe rekening mee moeten houden. Welk profiel past precies waarin? Doorheen de jaren werd die vraag pertinenter.”
Een beweging naar meer consolidatie bij de eigen concullega's, bij de toeleveranciers ook, maar ook aan klantenzijde zijn de voorbije jaren wat bewegingen op gang getrokken. “Klopt, maar op zich heeft dat geen al te ingrijpende gevolgen op onze werkwijze”, repliceert Michel Vervekken. “Ongeacht de manier waarop de garagesector evolueert, een nood aan ondersteuning zal er altijd zijn, in elk segment trouwens. Natuurlijk, er zijn best wat onzekerheden. Waarin juist investeren is zo'n vaak terugkerende vraag? Net daarom is ondersteuning in alle betekenissen van het woord zo belangrijk.”
Sinds de vorige editie is Michel Vervekken Voorzitter van de AutoTechnica-beurs. “En ook dat kan je ergens een familietraditie noemen”, lacht hij. “Gedurende vele jaren heeft mijn vader die functie bekleed. Ons bedrijf is trouwens zelf aanwezig sinds de allereerste editie, inmiddels al veertig jaar geleden. Een hele traditie als je weet dat we zelf als onderneming 42 jaar op de teller hebben staan. De beurs is altijd een belangrijk contactmoment gebleken, en dat is iets waar we enorm veel belang aan hechten, zelfs en zeker in deze digitale tijden. Vergeet ook niet dat AutoTechnica toch bijna een unicum is. Niet alleen is ze de grootste beurs in haar genre van de Benelux; ook op een ruimer Europees vlak scoort ze goed. Ik denk dat ze ergens na Frankfurt, Parijs en Bologna komt. En niet onbelangrijk: waar in heel wat landen een dalende trend voor events als deze ontwaard kan worden, zien wij net het omgekeerde. Ons engagement naar AutoTechnica toe past trouwens in een ruimer plaatje. Dat we actief zijn in TRAXIO, en vroeger FEDERAUTO, is een even grote evidentie. Net zoals mijn engagement bij de European Garage Equipment Association. Je moet je belangen verdedigen, wat je als sector beter samendoet dan in verdeelde slagorde naar buiten te treden. Vandaag meer dan ooit.”
Personeelsbestand: 85
Klantenbestand: 16.700
Oppervlakte gebouwen: +/- 5.500 m²
Samenstelling vloot: 31 personenwagens, 36 bestelwagens en 1 vrachtwagen
Aantal verkochte apparatuur: 40.786
“Enkele jaren geleden hebben we in de schoot van TAE, een tweede bedrijf opgericht: FAST (een afkorting die staat voor Future Automotive Solutions)”, legt Michel Vervekken uit. “Het is ons antwoord op de huidige marktrealiteit. Bij TAE werken we met meestal langere processen, opdrachten ook waar een hele begeleiding mee gepaard gaat. Maar voor klanten die kleinere producten willen, ik denk voor de vuist weg aan een batterijtester, mag het allemaal wat sneller gaan. Op zich verhullen we niet dat FAST een afgeleide van TAE is. Wel is het een manier om de one-stop-shop-functie van ons bedrijf te versterken. Daarnaast zien we FAST ook als een soort incubator voor nieuwe producten, de F wat staat voor 'future' is niet toevallig gekozen (glimlacht). Ik ben ervan overtuigd dat hier zeker, naar de verdere elektrificatie toe, heel wat mogelijkheden in zitten.”
Foto: Benjamin Brolet