Voor zware bedrijfsvoertuigen van categorie N moet de basisfabrikant een VECTO-waarde berekenen. Dat bepaalt Verordening (EU) 2017/2400. Deze VECTO-waarde is reëler qua CO2-uitstoot en brandstofverbruik. Vanaf 1 juli 2019 moeten bepaalde voertuigen al een klanteninformatiedossier hebben. De FOD Mobiliteit heeft hiervoor wel een restantvoorradenregeling vastgelegd.
De voertuigen van categorie N worden in groepen onderverdeeld op basis van hun as- en chassisconfiguratie, en op basis van hun technisch toelaatbare maximummassa in beladen toestand.
Elk voertuig dat onder de groepen in de onderstaande tabel valt en bestemd is om in te schrijven, te verkopen of in het verkeer te brengen vanaf onderstaande data, moet in het bezit zijn van:
|
Groepen met klanteninformatiedossier |
Inschrijven voor… |
|
Groepen 4, 5, 9 en 10 |
1/07/2019 |
|
Groepen 1, 2 en 3 |
1/01/2020 |
|
Groepen 11, 12 en 16 |
1/07/2020 |
Om te weten of uw voertuigen onder een van deze groepen valt, raadpleegt u de tabel in de omzendbrief ‘HDV CO2 juli 2019 - Inlichtingen’ op deze link.
Is er geen informatiedossier beschikbaar? Dan moet u het voertuig voor de uiterste datum inschrijven, of u of de fabrikant moet het voertuig aan een restantvoorradenlijst toevoegen.
Wat bij meerfasengoedkeuringen?
De VECTO-waarde moet enkel op het basisvoertuig berekend worden.
Bij meerfasengoedkeuring moet u het originele informatiedossier van de basisfabrikant daarom gewoon meegeven aan de klant.
MAAR OPGELET:
Als de werken in een bijkomende fase buiten de marge vallen waarbinnen de VECTO-waarde berekend is, moet u aan de basisfabrikant een nieuw klanteninformatiedossier vragen.
Werken die buiten die marge vallen, zoals een wijziging aan het chassis, de motor, de transmissie of de banden, kunnen een invloed hebben op het brandstofverbruik en/of de uitstoot waardoor de VECTO-waarde van het basisvoertuig niet meer conform het voltooide voertuig is.
Foto: Cargo Service