Motormarkt koelt verder af: 10% minder occasiemotoren ingeschreven tijdens eerste semester
Filip Rylant, woordvoerder van mobiliteitsfederatie TRAXIO, becommentarieert: “Ondanks een heropflakkering in mei kende de markt van de occasiemotoren een moeilijke eerste semester. De voorbije maand juni noteerden we 9.852 inschrijvingen. Een verschil van -1,2% met vorig jaar (9.975 ex.), maar een wereld van verschil (-27%) met 2020 toen de markt na de eerste coronalockdown een inhaalbeweging maakte met maar liefst 13.504 exemplaren. Op deze manier werd het eerste semester afgesloten met 41.568 inschrijvingen. Een daling van -10,6% vergeleken met 2021 (46.471 ex.)
Vlaanderen blijft de grootste markt (56,6%) maar verliest -11,7% vergeleken met vorig jaar. Wallonië neemt 36,4% van de markt voor zijn rekening en verliest iets minder (-6,1 %), terwijl Brussel – een kleinere markt (7,0%) met bijgevolg grotere procentuele schommelingen – het verlies weet te beperken tot -5,0%. Honda, Yamaha, BMW, Suzuki en Kawasaki blijven de meest populaire occasiemerken, maar vrijwel de volledige top 10 ziet zijn cijfers rood kleuren. De inschrijvingen van nieuwe motorfietsen gingen er in juni met -11% op achteruit, waardoor het eerste semester wordt afgesloten met een verlies van -6,1% in vergelijking met 2021.”
We legden ook even ons oor te luisteren op de motormarkt : “De terugval bij de nieuwe motoren is vaak terug te brengen tot de beschikbaarheden bij de invoerders. Soms krijgen we een grote levering binnen waardoor een aantal openstaande bestelbons kunnen uitgeleverd worden. De volgende maand is er amper beschikbaarheid en op die manier zie je dus een jojo-effect in de maandcijfers. Ook merken we op dat vooral de duurdere modellen het moeilijker krijgen. Kandidaat-kopers nemen meer hun tijd om hun definitieve beslissing te nemen en vaak resulteert dat ook in uitstelgedrag. Op de tweedehandsmarkt liggen de zaken wat ingewikkelder: het aanbod wordt stilaan schaarser waardoor niet alleen de keuze beperkter wordt, maar ook de prijzen hoger klimmen en we ook nog veel motoren naar Nederland zien vertrekken. Een nieuw fenomeen is dat “nice-to-have”-rijders vroeger dan gewoonlijk hun motor opnieuw van de hand doen. Een fenomeen dat we normaliter pas in het najaar zien, maar nu merken we dat vele motards vroegtijdig hun helm aan de haak hangen en hun motor opnieuw te koop aanbieden zonder vervanging. De gestegen levensduurte, de exponentiële prijs van de benzine en zeker ook de Oekraïne-crisis met bijhorende sombere blik op de toekomst treffen de klasse van de lagere inkomens. Motorrijden is vaak nog een vrijetijdsbesteding en dat is het eerste waar sommige mensen op besparen als het wat moeilijker wordt.”
