De laatste weken klinkt de roep om het systeem van bedrijfswagens af te schaffen steeds luider. Met de verkiezingen in aanloop is er een overaanbod aan politieke ideeën om dit fiscaal interessante regime een halt toe te roepen.
Fiscaal interessant, zowel voor de werkgever (het biedt een oplossing aan de zware loonkost in ons land) als voor de overheid (de fiscale inkomsten voor bedrijfswagens lopen in de miljarden euro’s per jaar).
Als we kijken naar de laatste cijfers van StatBel en de FOD Mobiliteit komen we op 465.338 salariswagens op een totaal Belgische wagenpark van 5.853.782 personenwagens. Dat geeft amper 7,9 %.
De gemiddelde leeftijd van het Belgische wagenpark gaat richting 10 jaar. Te weten dat een gemiddelde bedrijfswagen 2 jaar oud is, en een normale doorlooptijd van 4 jaar heeft voor hij vervangen wordt. De vernieuwing, verduurzaming en vergroening zal dus mathematisch sneller komen van de bedrijfswagens dan van de niet-bedrijfswagens. Nu al vormt het bedrijfswagenpark het nieuwste en dus groenste deel van de wagenvloot in ons land. Het bedrijfswagenpark zonder meer afschaffen fnuikt dus de klimaatambities.
Laten we ook het bestaande wagenpark onder handen nemen – bovendien een eis van Europa. In het politiek memorandum 2019 vraagt TRAXIO overigens aandacht voor ecodiagnose en -onderhoud om het bestaande wagenpark te vergroenen. Als we ook een sociaal rechtvaardig beleid willen voeren is een transitiebeleid het best implementeerbaar door een slooppremie voor de meest vervuilende auto’s in te voeren. Dit alles samen wordt best in een globale fiscale visie gegoten waarbij zowel de federale als de regionale overheden betrokken zijn.
Dat het afschaffen van de bedrijfswagens het fileprobleem zou oplossen valt overigens volledig onder de categorie “fake news”. Het is al meermaals aangetoond dat de absolute meerderheid van de gebruikers van bedrijfswagens bij het ontbreken ervan zouden kiezen voor een eigen privéwagen. De ene wagen wordt dan vervangen door de andere, wat maakt dat de files even lang blijven. Het openbaar vervoer is voor veel mensen overigens geen alternatief: men doet er langer over, er zijn geen goede aansluitingen en soms is het compleet onmogelijk om met het openbaar vervoer naar het werk te gaan.
Het openbaar vervoer brengt ons daarenboven naadloos bij een ander heikel punt in deze discussie: de overheidsbegroting. Bepaalde partijen schermen maar wat graag met de cijfers van “gemiste inkomsten” door de bedrijfswagens, bovenop de “maatschappelijke kost”. Goed voor 4,7 miljard euro. Maar ondanks het besparingsprogramma is het openbaar vervoer goed voor maar liefst 6,5 miljard euro.
Om die honderdduizenden gebruikers van salaris- en bedrijfswagens met het openbaar vervoer op de bestemming te brengen, zal er dus niet enkel extra capaciteit nodig zijn maar het zal ook zware budgettaire lasten met zich meebrengen.
En laat ons niet vergeten dat de inkomsten van bedrijfsvoertuigen dit jaar ruim 2 miljard euro bedragen: 20 % van de btw en accijnzen op brandstoffen opgeteld bij de solidariteitsbijdragen op bedrijfswagens. Dus zelfs zonder zware investeringen in de NMBS en De Lijn slaat het afschaffen van de bedrijfswagens al een gat van 2.000.000.000 euro in onze begroting.
En u? Wat denkt u van de bedrijfswagens?
